Theo Schuyt: "Wij zijn getuige van een natuurlijke ontwikkeling. Tot voorbij de Tweede Wereldoorlog waren filantropie en fondsenwerving een natuurlijk onderdeel van veel non-­profitinstellingen. Door de uitbouw van de verzorgingsstaat ging de overheid zeer voortvarend financieren en reguleren, waardoor filantropie naar de zijlijn werd geduwd en zich vervolgens tot een zelfstandige ­sector ontwikkelde. Nu valt een ­tegenbeweging te verwachten."

Professor dr. Theo Schuyt is hoogleraar Filantropische Studies aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en oprichter van het onderzoek Geven in Nederland. Hij schreef een opinieartikel voor het dagblad Trouw dat op maandag 14 september verscheen. 

Tekst opinieartikel dagblad Trouw:

Met het zicht op de verkiezingen in maart 2021 zal geen politieke partij bezuinigingen boven aan het prioriteitenlijstje zetten. Terwijl de bezuinigingen enorm zullen zijn. In de cultuursector is de noodklok al geluid. Deskundigen voorspellen unaniem dat de tweedeling in Nederland zal toenemen en dat de armoede sterk zal groeien. De Nederlandse gemeenten roepen bij monde van de VNG bij de rijksoverheid om hulp. Het water staat hun aan de lippen. Zuiver financieel-technisch geredeneerd is de conclusie: de Nederlandse overheid kan en zal niet alles meer financieren.

Een perspectief kan zijn dat Nederlanders weer een aandeel nemen in bepaalde collectieve voorzieningen. Net zoals ze vroeger deden. Niet om winst te maken, maar om theatergezelschappen te laten overleven of het lokale onderwijs te steunen. Hetzelfde is mogelijk wanneer patiënten en omwonenden een aandeel nemen in een streekziekenhuis als dit aan de schuldenlast ten onder dreigt te gaan. Of in een schoolgebouw, buurtcentrum of theater. Nogmaals, niet om er winst mee te maken, dat doe je op de beurs, maar om met het maatschappelijk aandeel kenbaar te maken dat je blij bent dat het ziekenhuis in de buurt blijft. Ook kunnen, zoals nu bij culturele instellingen al gebeurt, voor onderwijs- , zorg- en welzijnsinstellingen steunstichtingen en fondsen worden opgericht, waar met fondsenwerving wordt gestart.

Wat Nederland nodig heeft, is een sociaal model van overheid, markt én particulier initiatief. Om dat te bereiken, moeten wel stappen worden gezet. Allereerst is aandacht van politieke partijen voor particulier initiatief en voor filantropie vereist. Het nieuwe regeerakkoord zal een duidelijke beleidsvisie moeten ­bevatten over dit ‘gediversifieerde’ ­model.

Heropleving
Ministeries moeten in hun eigen ­organisatie ruimte maken voor dit onderwerp. Daar horen ook financiële middelen ter ondersteuning bij. Als laatste, en zeker niet als onbelangrijkste: particuliere organisaties moeten zichzelf op dit punt beter gaan organiseren. Dit wel met financiële hulp van de overheid.

Betekent dit een terugkeer naar corporatieve, conservatieve organisatievormen? Ik denk van niet. Juist de heropleving van directe maatschappelijke betrokkenheid van ­burgers, mogelijk door internet en sociale media, zorgt voor een gediversifieerd maatschappelijk draagvlak.

Het ministerie van OCW heeft met de zogenaamde Geefwet in 2013 – wellicht onbewust – het nieuwe beleid al ingezet. Met de ingrijpende bezuinigingen op cultuur door toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra investeerde het ministerie tegelijkertijd in het stimuleren van andere inkomstenbronnen. ­Instellingen werden middels het programma ‘Ondernemerschap ­Cultuur’ geholpen om meer inkomen uit de markt te halen. In een speciaal trainingsprogramma ­werden zij bekendgemaakt met de mogelijkheden van fondsenwerving en vriendenstichtingen. Met dit ­bezuinigende cultuurbeleid heeft het ministerie een trend ingezet van het ‘reparticulariseren’ (of ‘filantropiseren’ ) van de Nederlandse cultuur.

Door de gevolgen van Covid-19 is het aannemelijk dat deze aanpak voor de hele non-profitsector gaat gelden, dus ook voor zorg, onderwijs en welzijn. Voor de goede orde: deze ontwikkeling betreft niet alleen de financiën; het gaat eerst en vooral om het vergroten van het maatschappelijke draagvlak van de instellingen.

Wij zijn getuige van een natuurlijke ontwikkeling. Tot voorbij de Tweede Wereldoorlog waren filantropie en fondsenwerving een natuurlijk onderdeel van veel non-­profitinstellingen. Door de uitbouw van de verzorgingsstaat ging de overheid zeer voortvarend financieren en reguleren, waardoor filantropie naar de zijlijn werd geduwd en zich vervolgens tot een zelfstandige ­sector ontwikkelde. Nu valt een ­tegenbeweging te verwachten.

Benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen?

Neem contact met ons op.

In de media Contact Subsites
Volg ons op